Daarom vind je op verpakking vaak een vergelijking in de stijl van “6 W = 60 W”, waarbij verwezen wordt naar het vermogen van oudere lamptypes (gloeilampen).
Om die reden is het de bedoeling om enkel nog naar de lichtstroom in lumen (lm) van een lamp te kijken. Het Europese energielabel houdt namelijk vooral rekening met deze lichtstroom om na te gaan tot welke energieklasse een lamp behoort. De lichtstroom die je nodig hebt, hangt onder meer af van de afmetingen van de ruimte, de kleur van de wanden, het gebruikte lamptype en de gewenste activiteit. Zie 'de juiste lamp op de juiste plaats'.
Dezelfde hoeveelheid licht kan gelijkmatig in de ruimte worden verspreid (b.v. via een plafondlamp) of worden geconcentreerd in een bepaald gebied (b.v. het gericht licht van een spot).
In dit laatste geval vormt de bundel licht een kegel uitstraalt met een zekere openingshoek (in °). Op de verpakking staat ook deze waarde vermeld.